Bakstenen wegkapel op rechthoekig grondplan met driezijdige sluiting onder een zadeldak (afgeronde leien). Wit en beige geschilderde, gecementeerde gevels op plint met imitatievoegen. Voorpuntgevel met rondboogvormige toegang tot portiek afgesloten door decoratief ijzeren hekwerk en voorzien van bovenlicht met waaier. Omlijstende hoekpilasters op neuten onder omlopende kroonlijst. Geveltop onder geknikte dakoverstek met topkruis. Driehoekig omlijst timpaan met blauw geschilderd opschrift "O.L.V. Ter Nood/ Mater Dolorosa ora pronobis". De bidruimte is afgesloten door een rechthoekige deur met getralied deurlicht. Zijgevels en achterzijde met platte banden ter omlijsting van licht afgetekende panelen met uitgespaarde hoeken. Aan weerszijden twee ovale oculi kruisvormig getraceerd en voorzien van gestructureerd glas.
Bepleisterd en witgeschilderd interieur. Beschilderde houten altaartafel, met omkranst Mariamonogram. Tegen de achterwand, voor een gebogen en omlijste nis met kroonlijst, een polychroom Piëtabeeld op sokkel. Voorts nog verschillende Onze-Lieve-Vrouwebeeldjes op het altaar. IJzeren kaarsenhouder.