In de eerste helft van de 13de eeuw ontstond er een begijnengemeenschap in Dendermonde in de buurt van het voormalige Sint-Gillis-Hospitaal. Zij verhuisde in 1288 naar de plek van het huidige begijnhof (4). De gemeenschap kende zijn grootste bloeiperiode in de 17de eeuw. In 1691 zouden hier 250 begijnen gewoond hebben! De meeste gebouwen dateren dan ook uit deze periode.
Wanneer u het begijnhof betreedt, komt u in een oase van rust terecht midden in het stadscentrum. Het stadsbestuur richtte er het Begijnhofmuseum (huisnr. 25) op in de woonst van de grootjuffer waar het wel en wee van de gemeenschap verteld wordt. Er is nog één huisje (huisnr. 11) in zijn oorspronkelijke staat bewaard zodat u zelf kan ervaren hoe de begijntjes leefden. Het Sint-Alexiusbegijnhof werd in 1999 door UNESCO als Werelderfgoed geklasseerd.
Ingang Brusselsestraat 9200 Dendermonde
Begijnhofmuseum
Te bezoeken:
1 april- 31 oktober: din.-zon.: 9u30-12u30 en 13u30-18u.
(4) Begijnhof
Begijnhoven zijn een typisch Vlaams en Zuid-Nederlands gegeven. Het ontstaan en succes van de begijnhoven kan verklaard worden door het feit dat er weinig huwbare mannen waren door de vele oorlogen in de middeleeuwen. De alleenstaande vrouwen hadden een grotere kans op overleven wanneer ze zich groepeerden en gezamenlijk hulp vroegen aan rijke weldoeners. Vanaf de 13de eeuw verschenen de eerste echte begijnhoven, groeperingen van huizen met centraal een kapel en afgesloten van de buitenwereld door grachten en ommuringen. De begijnhoven stonden open voor vrouwen uit alle lagen van de bevolking, in tegenstelling tot vele kloosters die een dure bruidsschat vroegen. De meer gegoede begijnen kochten of bouwden een eigen huisje. De armere begijnen woonden samen in de zogenaamde conventen of gemeenschapshuizen. Zij werkten op het begijnhof om geld te verdienen, vaak door het wassen en bleken van lijnwaden.