De Sint-Martinuskerk werd gebouwd in opdracht van prins-bisschop Jean-Louis d'Elderen (1688-1694) aan wie het mausoleum in het koor herinnert. Ze werd in 1870 sterk 'gerestaureerd' en vergroot. Enkel het huidige koor dateert nog uit de 17de eeuw, wat je kan zien aan de sluitsteen in het gewelf. Deze draagt de blazoenen van de graven van Elderen (ca. 1673). In 2011 werd de laatste fase van de restauratiewerken voltooid.
De kerk is bekend voor een prachtige diptiek (tweeluik) van gedecoreerde, ivoren plaatjes uit de achtste eeuw, vermoedelijk vervaardigd in de Paleisschool van Karel de Grote in Aken. Mogelijk dienden ze als decoratie voor een boek. Het ene paneel beeldt een triomferende Jezus af die vier demonische dieren vertrappelt. Het andere plaatje toont twee taferelen: de boodschap van de engel Gabriël aan Maria (bovenaan) en het bezoek van de zwangere Maria aan haar nicht Elisabeth, die op dat moment zwanger is van Johannes de Doper (onderaan).
In 1860 verkocht de pastoor de plaatjes - met toestemming van het bisdom – voor 60 frank aan de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis in Brussel.