Het bos waardoor je wandelt heet het "bois de la Héronnerie", genoemd naar de vele reigers (in het Frans: héron) die ooit in deze streek leefden. Met een beetje geluk zie je één of meerdere blauwe reigers, die op de loer liggen aan de oevers van de Lesse. Deze waadvogel-op-hoge-stelten, heeft overwegend grijze veren. De volwassen vogel heeft een witte kop met zwarte wenkbrauwen en een zwarte vlek op de schouder. Hij heeft een geelachtig grijze bek en poten. Het eiken en haagbeukenbos is ook een plezier voor mycologen. Zij bestuderen de paddestoelen die in deze bossen overvloedig aanwezig zijn: de hoorn des overvloeds, de gele stekelzwam of paarse ridderzwam, om er slechts enkele te vernoemen.