Op deze plaats stond een Gallo-Romeinse tempel die in de 12e eeuw werd vervangen door de Romaanse kapel Notre-Dame (waarvan alleen de Romaanse bogen nog te zien zijn). De huidige basiliek werd tussen 1854 en 1895 gebouwd door pater Louis Saulet en zijn opvolgers. Deze basiliek herinnert aan de geschiedenis van een van de oudste Normandische pelgrimstochten gewijd aan de Maagd Maria door de illustraties van de timpaan van de drie toegangsdeuren. Een Gallo-Romeins heiligdom was al gewijd aan de cultus van de moedergodin gebracht door legionairs uit Afrika; dit zou de zwarte teint van dit beeld verklaren. In de 7e eeuw werd deze cultus vervangen door een christelijke. In de 9e eeuw verdween het beeld van de maagd tijdens de invallen van de Vikingen. Later, in de 11e eeuw, graaft een van de schapen van de Baron van Dover, die de grond schraapt, het beeld van de verdwenen maagd op. Om het te vieren wordt er een nieuwe kapel opgericht, maar in de 16e eeuw vernietigen de protestanten het beeld van de maagd, dat dan wordt vervangen door het beeld dat nu aanwezig is.