Deze kerk, die in 1966 op de monumentenlijst werd geplaatst, heeft een toren van vuursteen en kalksteen. Het middeleeuwse uiterlijk en de dikte van de muren getuigen ervan dat het oorspronkelijk een versterkt gebouw was, aan de basis gesloten, waarschijnlijk in de 11e of 12e eeuw gebouwd. De toren was reeds in de 14e eeuw verbouwd: het prachtige gotische gewelf van het interieur komt uit deze periode. Het bovenste gedeelte in baksteen en de versteviging van de hoeken in kalksteen komen van de verbouwing uit 1768, evenals het schip en het koor. De toegangsdeur werd pas in 1837 geopend, evenals de opening naar het schip om het heiligdom te vergroten. Vóór deze verbouwingen was de toegang tot de kerk via een deur in het schip aan de rechterzijde van het gebouw. De toren heeft een achthoekige klokkentoren, door vier belforten omgeven, wat aanleiding geeft tot de woordspeling "klokkentoren met vier klokken". Een klokkenspel van 18 klokken is er aangelegd, door de abdij van Rochefort in 1978 aangeboden. Wat de grote klokken betreft, daar zijn er drie van.