Het werd in 1852 herbouwd en moest in 1900 worden uitgebreid. De architect was Hubert Froment, die in Luik woonde. De patroonheilige van de kerk herinnert ons eraan dat het dorp al in de 11e eeuw afhankelijk was van de abdij van Saint-Laurent van Luik. In de 16de en 17de eeuw was Cras-Avernas de geboorteplaats van verschillende landsheren, zoals de Grimonts, de Roumaels, de Lathuys en de Vanesses. Zij werden daarom op het kerkhof begraven en hun grafstenen werden opnieuw in het metselwerk aan de achterzijde van het koor en de aangrenzende beuken aangebracht.