De Duitse Orde was oorspronkelijk een veldhospitaal dat in 1190 (derde kruistocht) in het Heilig Land werd gesticht door Germaanse pelgrims om hun landgenoten te verzorgen. Terug in Europa kregen de ridders van de graaf van Looz een groot landgoed bij Bilzen (Limburg). De Orde bouwde er een klooster-kasteel, de zetel van de Grote Commanderij van de Oude Junken. In de 18e eeuw had de orde een grote boerderij in Cras-Avernas, die 87 hectare land in gebruik had. Het werd de "Grand Commander's Farm" genoemd, omdat het onder de directe controle van de Grand Commander van de Orde stond. Deze boerderij werd in 1801 aan de familie Wauthier verkocht. In 1851 voegde Ferdinant Wauthier een suikerfabriek aan de boerderij toe. Deze suikerfabriek was een van de allereerste in België en was het startpunt voor de belangrijke evolutie van de suikerbietcultuur in de streek. In 1881 werd de fabriek naar Gingelom verplaatst. Na de verwoesting ervan werd de rechtervleugel van de kasteelhoeve aan het einde van de 19e eeuw in Vlaamse neogotische stijl toegevoegd.