Lison: "Amai, hier zijn overal velden!”
Opa: "Inderdaad! Velden zo ver als je kan kijken. De bodem is hier zeer kleiachtig en nat. In de 19de eeuw begonnen de boeren zelfs 10 tot 15 dagen later op het veld te werken dan in de rest van Haspengouw.”
Lison: "Wat werd er gekweekt op die velden?”
Opa: "Ze verbouwden hennep om hele sterke lakens van te maken, maar ook koolzaad en boekweit werden afgewisseld in teeltrotatie.”
Lison: "Rotatie? Wat betekent dat?”
Opa: "Elk gewas werd om beurten geteeld, en nooit twee keer na elkaar op dezelfde plaats.”
Lison: "OK, ik begrijp het. En wat gebeurde er daarna?”
Opa: "De werktechnieken evolueerden beetje bij beetje en ook de kwaliteit van de grond verbeterde met de jaren. In het begin van de 20ste eeuw waren bieten dé grote favoriet bij de lokale landbouwers omdat de vele suikerfabrieken uit de streek er goed voor betaalden.”
Lison: "Zijn bieten nog altijd zo populair?”
Opa: "Absoluut, bieten zijn nog altijd de onbetwiste favoriet. Alleen zijn er vandaag veel minder boerderijen, maar de overblijvende boerderijen hebben wel veel meer grond dan vroeger.”