de Distel drogerij
In het land van Herve zijn er twee dorpjes, Olne en Soiron, die nog gebouwen hebben waarin vroeger distels werden gedroogd.
De droge kopjes van de distels werden gebruikt om luxestoffen te ‘wollen’. Om die stoffen een zijdeachtige uitzicht te geven, was het nodig om ze na het kaarden, weven en vollen te ‘wollen’, ze eindeloos te kammen om de duizenden kleine wollige haartjes los te maken en aan het oppervlak een pluizig vilt over te houden, zacht, warm en erg dicht.
In de textielfabrieken van Pepinster werden de distelkopjes op een kaardregel bevestigd in trommels die snel ronddraaide en die de snelle eindeloze bewegingen van de arbeiders nabootsten.
De tchèrdôns (distelkopjes) werden op een speciale manier gekweekt en gedroogd alvorens verkocht te worden aan de textielfabrieken in de streek. Om ze te drogen werden er speciale drogerijen gebouwd, een soort van schuur met honderden gaatjes in de muur om het te laten tochten en balken waaraan de distels werden opgehangen.
Ook in Froidbermont, Gelivaux en Hansez kan je nog specifieke drogerijen vinden, soms aangepast aan een nieuw gebruik…