De pers werd gebruikt om stoffen te ontplooien, strak te maken en te laten glanzen. Deze machine dook voor het eerst op in 1847 en volgde op de schroefpers die een drukplaat gebruikte om opgerolde lakens te persen. Nadat de stof door twee borstels schoon en glad was gemaakt, werd ze plat in een holronde kom gelegd waar ze door een cilinder werd geperst. Het geheel werd met stoom verwarmd. De cilinder draaide langzaam en liet de haartjes tegen de kom schuren.