De Vesder en het Canal des Usines zorgen voor het water dat nodig is om de wol en de lakens te maken maar ook om het waterrad aan te drijven. Aan het begin van de 19e eeuw neemt stoom de plaats van deze energiebron niet volledig over maar werkt ze eerder aanvullend.In Verviers worden in 1816 de eerste twee stoommachines van het type Watt geïnstalleerd. Ze komen terecht bij Henri Sauvage, een lakenfabrikant die een Engelse machine koopt, en James Hodson, de schoonzoon van William Cockerill, die zijn eigen stoommachine maakt om textiel te produceren. Biolley, een ander textielbedrijf uit Verviers, start tijdens de eerste helft van de 19e eeuw met het bouwen van stoommachines, in concurrentie met het bedrijf Houget (opgericht in 1826).De draaiende stoommachine gebruikt een drijfstang om de heen- en weergaande beweging van de zuiger om te zetten in een ronddraaiende beweging. Riemen zorgen ervoor dat de motorkracht tot bij de textielmachines geraakt. Door dergelijke machines te gebruiken, was de hydraulische kracht van hetwater niet meer nodig. Hierdoor konden bedrijven zich op andere plaatsen vestigen. Bovendien was de nieuwe machine ook een stuk krachtiger.