De Sint-Joriskerk dateert uit 1671 en wordt omringd door grafstenen op een voormalige ommuurde begraafplaats. Arduinen friezen sieren de gevel. Aan de voet van de deur rechts staat een "voetschraper". De naam zegt het zelf al: dit ijzeren beslag op voethoogte werd gebruikt om modder van schoenen te verwijderen. Het was vooral belangrijk bij het betreden van een gebedshuis.
Het gebouw aan de linkerkant van de kerk is de voormalige pastorie, met een duivenportaal voorzien van schampstenen. Op de binnenplaats ziet u een smeedijzeren hekwerk en helemaal links een gevelkapel en een handpomp met een waterreservoir. Tot 1970 waren stromend water en een kraan in de woning nog niet voor iedereen weggelegd. Er zijn nog steeds sporen van een niet zo ver verleden, zoals deze handpomp.