Koekoek en perron op nr. 7:
Het Franse woord ‘soupirail’ (‘koekoek’ in het Nederlands) komt van het Oudfranse ‘soupirer’, wat uitademen betekent. Naast het verluchten van lage ruimtes werd een koekoek gebruikt om een beetje licht binnen te laten en diende hij ook om kolen of andere materialen af te voeren. Koekoeken werden vaak beschermd door een rooster.
Dit gebouw is versierd met een mooie koekoek, als magisch schild tegen boze spreuken. Een koekoek bestaat uit een horizontale staaf met haken, tanden of gebogen bladen om de demon in stukken te scheuren.
De perron is een brede trap met een overloop en diende als toegang tot hoge huizen. Er zijn ook trappen aan weerszijden van de overloop, beschermd door een vaak sierlijke balustrade.
Privé-eigendom, gelieve de binnenplaats niet te betreden.