De plaat bij de ingang van de straat herinnert aan de rol die de familie Lassaux speelde bij de bescherming van joden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Deze familie woonde in het huis op nr. 8.
Op 2 november 1994 werden Marthe en Louis LASSAUX geëerd als Rechtvaardige onder de Volkeren. Deze term verwijst naar niet-joden die hun leven riskeerden om joden te helpen tijdens de oorlog.
Wat heeft dit echtpaar gedaan om deze titel te verdienen?
Aan het begin van de oorlog waren er al maatregelen tegen joden en deportaties naar vernietigingskampen. In de lente ontvluchtten twee joodse vrouwen, de moeder en grootmoeder van Charles (Salomon) Borensztajn (14 jaar) Luik om toe te komen in Acosse. Ze namen hun intrek in een huis zonder meubilair en zonder middelen om in hun levensonderhoud te voorzien. De enige zoon, Charles, en zijn vader arriveerden kort daarna, onder begeleiding van eerwaarde Jean Cottiaux, de pastoor van de parochie. Charles begon al snel mee te helpen op de boerderij van Lassaux. Hij rooide er aardappels op het land. Hij raakte bevriend met Joseph Lassaux, de zesjarige zoon van de boer. In ruil voor zijn hulp kreeg hij maaltijden en eten voor zijn gezin. Louis Lassaux voorzag de Borensztajns ook van valse identiteitskaarten op naam van Mullens.
De situatie werd echter moeilijker in november 1942, toen Marthe en Louis Lassaux aanboden om Charles bij hen te laten inwonen. Hij zal er blijven tot 1945. Geen van de dorpelingen heeft de familie ooit aangegeven.
In 1944 koos een SS-eenheid het huis van de Lassaux zelfs als hoofdkwartier. Marthe en Louis stelden Charles voor als hun eigen zoon en redden zo zijn leven.