In 1832 stichten de smid Puissant d'Agimont en de industrieel Thomas Bonehill op het terrein 'La Providence' een fabriek die de streek Charleroi bekend zal maken om haar ijzer- en staalindustrie. De smeltovens werden vernietigd tijdens de Eerste Wereldoorlog, maar meteen na afloop daarvan heropgebouwd. Bij de overname door de Groep Cockerill-Sambre gonst het van de activiteit. Dit is echter de voorbode van het industriële verval van de jaren 1980.
In 2005 begint een groep vrienden en kunstenaars de plek om te vormen tot onafhankelijke culturele scène van Charleroi. Ze bewaren het industriële braakland en herdopen het 'Rockerill'. De smeltovens van La Providence krijgen zo een tweede leven: concertzalen, een coöperatieve van ijzersmeedwerk, ateliers voor kunstenaars, de oprichting van het label Rockerill Records, culturele activiteiten (meer dan 200 kunstenaars per seizoen) ... De invloed van Rockerill blijft groeien en de plek verwelkomt jaarlijks meer dan 15.000 bezoekers.