De draaibruggen draaiden om hun as en vormden een lijn met het kanaal om schepen vrije doorgang te bieden. Ze werd uitsluitend gedraaid op mankracht. De brugwachter stak een hendel in het midden van de brug en zette zo een tandwiel in werking dat rond een vast rad draaide. Van zodra de brug begon te draaien, rustte hij enkel nog op een bronzen spil met een diameter van 10 cm. De draaiende brug is met andere woorden een verbazingwekkend voorbeeld van evenwicht.