De hoogoven B van Ougrée

U bevindt zich nu voor de Hoogoven van Ougrée. Het is een grote oven die lijkt op een toren, omringd en verhoogd met een metalen gestel en dikke buizen. De hoogte van de toren is 81 meter. De hoogoven is het basiswerktuig van de staalfabrikant: hij transformeert ijzererts in gietijzer en hoogovenslakken. Een van de meest opzienbarende momenten van het proces is het gieten van het gietijzer in thermo-wagons in torpedo-vorm. Het gietijzer wordt dan weggevoerd naar de staalfabriek van Chertal waar de convertor het gietijzer in vloeibaar staal transformeert. Gestold en geplet tot enorme rollen (ook « coils » genoemd), gaat het staal naar de fabrieken waar het koud wordt bewerkt tot producten die deel uitmaken van het dagelijkse leven (carrosserie, huishoudelektro, conservenblikken, bouwelementen).
De hoogoven B, gebouwd door het bedrijf Ougrée-Marihaye en actief vanaf februari 1962, behoorde toen toe tot de grootste ovens van Europa. De oven had een productievermogen van 2000 ton per dag. Door voortdurende verbeteringen werd de capaciteit verhoogd tot 5000 ton per dag.
De typische silhouetten van de ovens blijven opvallen in het landschap ook al zijn ze niet meer actief. Er blijven vandaag maar twee van over in het Luikse Maasbekken: deze en de oven van Seraing, sinds 2008 « sous cocon ». Men telde er 21 in 1913, maar de laatste twee zijn ‘reuzen’ in tegenstelling tot hun voorgangers.
12 oktober 2011 besloot Arcelor Mittal de oven B te Ougrée definitief te sluiten. Het was de laatste nog in werking Luikse hoogoven. Zonder gietijzer, moet ook de staalfabriek van Chertal zijn productie stoppen. Dit betekent voor de Luikse metaalnijverheid het einde van de ‘warme’ afdeling van de ijzerindustrie (verantwoordelijk voor 600 directe en indirecte 2000 jobs).