Deze toegangswegen, ook wel DFCI-paden genoemd, lopen kriskras door het immense bosmassief van de Landes, waardoor brandweerlieden gemakkelijker toegang krijgen tot verbrande gebieden. Hoewel de grote branden van 1947 en 1949 nog steeds in het geheugen gegrift staan, mogen we de branden die tussen 1730 en 1755 plaatsvonden niet vergeten. In die tijd was de bevolking nog kwetsbaarder voor deze monsterontploffingen, en als de muren van vuur te hoog waren, was de oplossing vaak om te schuilen in een nabijgelegen dorp en te bidden voor regen...