In de 14e eeuw werd op deze plaats een kapel met één enkele beuk opgetrokken ter ere van Sint Sebastiaan. In 1641 werd de kapel aanzienlijk verbouwd: twee zijbeuken en twee transeptarmen werden toegevoegd: aan de noordelijke zijde die van Sint Sebastiaan en aan de zuidelijke kant die van de Heilige Maagd.
Het interieur van de kapel is elegant, in het bijzonder het gewelf met stucwerk waarop de Maagd Maria en de Heilige Geest zijn afgebeeld. De massieve toren en de klokkentoren zijn 45 meter hoog. Het monument werd op 2 december 1959 als erfgoed geklasseerd.