De toren van Bérold

Deze toren van Chatêl moet de donjon zijn geweest van een kasteel dat niet meer bestaat. Hoewel de Tour de Bérold officieel verscheen in 887, weten we dat de Romeinen de plek al bezet hadden. Het is de oudste toren in de Savoie.
Het is een vierkant gebouw, 14,5 meter aan elke kant, met muren van ongeveer twintig meter hoog.

De toren werd in de 10e eeuw beschadigd door de Saracenen en zou zijn gerestaureerd door de mythische Bérold de Saxe, voorvader van de eerste graaf van Maurienne en stichter van het Huis Savoie: Humbert aux blanches mains. De geschiedenis is niet erg duidelijk over hem, maar we weten wel dat hij geen afstammeling was van Bérold maar van de koninklijke familie van Bourgondië, en dankzij zijn steun aan koning CONRAD II kreeg hij de graafschappen Maurienne en Savoie. Hij vestigde zich in Le Châtel en stierf in 1048. Hij werd begraven in de nieuw gebouwde kathedraal van Saint Jean de Maurienne.

Daarna kende de Toren een rustigere geschiedenis. Verlaten in de 17e eeuw werd hij in 1828 gerenoveerd door Charles Félix. Tijdens de bevrijding van Savoie in 1944 werd het bezet door de Duitsers, die er zelfs gijzelaars vasthielden. Pas op 30 augustus 1944 werd het bevrijd. Er worden nog steeds verschillende legendes over verteld. Er wordt gesproken over een kluis met vazen gevuld met een heerlijke likeur en vooral over een geheime gang van enkele kilometers door de rots die naar de Tour de la Fournache leidt.

Het gebouw staat op de monumentenlijst. Op dezelfde kaap werden een kerk (nu ontheiligd) en een kapel gewijd aan St Marin gebouwd.