De drie grafheuvels uit de 2e eeuw die verrijzen op het platteland tussen Meeffe en Seron horen sinds 2013 bij het uitzonderlijk erfgoed van Wallonië. Zij bevinden zich op 4,5 km van de oude Romeinse heerweg die Bavay met Keulen verbond. Zij werden regelmatig onderzocht door archeologen en dat gebeurde ook van 5 juni tot 18 juli 2018. Nieuwe elementen hebben toen het feit bevestigd dat de graven van Seron tot de belangrijkste van de streek behoren, want al zijn ze niet zo hoog, we zien er enkel het deel aan de oppervlakte van. Recente opgravingen hebben inderdaad aan het licht gebracht dat de geïsoleerde tumulus omgeven was door een omheinde ruimte met zandsteenscherven van 29 meter op 60 cm. Wat kunnen we daaruit afleiden? De omheinde ruimte zou de scheiding kunnen betekenen tussen de wereld van de doden en deze van de levenden. Tijdens vorige opgravingen, in 1854, ontdekte men onder de geïsoleerde heuvel de resten van een houten doodskist met verkoolde menselijke beenderen en wat aardewerk. Het is heel waarschijnlijk dat deze resten niet aan een Romeins officier hebben toebehoord maar aan een rijke eigenaar van een landbouwdomein uit de omgeving, wiens slaven de aarde hebben aangebracht voor de heuvel. Aarzel niet op de tumuli van Seron te klimmen, u krijgt er een uitzicht op het omliggende platteland van Haspengouw. Zo’n vijf à zes meter boven de grond ontdekt u de dorpen Meeffe, Hemptinne en Seron. Nog meer graven zullen hun geheimen mettertijd prijsgeven, zoals deze van Merdorp, Ambresin of Avesnes.