In het boek ‘Les délices du Pays de Liège’, geschreven in 1744 door Saumery, beschrijft hij de omgeving (en onder meer het bos) als volgt: "Een van armen van de beek (...), komt uit een onontgonnen maar riant dal en wordt ontdekt aan de kant van het zuiden, waar het bijna op hetzelfde niveau ligt van een uitgestrekt en vruchtbaar landschap. Een kwart mijl hoger leidt deze vallei naar een donker heggenlandschap, waar lanen afgezet met allerlei soorten bomen zorgen voor een ondoordringbare afscherming van de zonnestralen. De beek die er doorheen stroomt, laat zijn water vloeien op een bodem van grind, wat de zuiverheid ervan verhoogt.”