Op het platteland zijn niskapellen op een onderbouw, ook veldkapelletjes genoemd, onverwacht te zien in de vrije natuur, maar soms bakenen ze ook een goed af. Ze staan geïsoleerd langs wegen, soms in gezelschap van een boom of een klein rond bosje. Ze zijn vaak door een familie, parochie of organisatie uit dankbaarheid opgericht; in sommige gevallen staan ze op een plaats waar een gebedsverhoring heeft plaatsgevonden of een andere indringende gebeurtenis heeft plaatsgevonden. Het Waalse woord voor niskapel is ‘potale’. Het is het verkleinwoord van ‘pote' (klein gat).