De classicistische kerk van Pontillas dateert van 1790, zoals de steen halverwege de torengevel aangeeft. Het koor van zijn kant dateert van de tweede helft van de 17e eeuw. De toren en de zijgevel hebben een rond raam. De kerk is gewijd aan Saint-Martin. Het gebouw paalt aan een klein ommuurd kerkhof, waar een stenen kruis uit 1622 herinnert aan zes slachtoffers van de Dertigjarige Oorlog (17e eeuw). Maar wie was Saint-Martin (of Sint-Maarten) aan wie bijna 500 kerken en kapellen zijn gewijd in Wallonië en die al 17 eeuwen lang vereerd wordt in onze streken? Maarten werd in de 4e eeuw geboren in Hongarije, toen een Romeinse provincie. Zijn vader was heiden en militair, en hij groeide op in Pavia waar zijn vader gelegerd was. Nadat hijzelf soldaat en christen was geworden, kwam hij terecht in een garnizoen in Gallië en het was in de Franse stad Amiens, nauwelijks 18 jaar oud, dat hij zijn beroemde geste deed tegenover een bedelaar. In ‘Het Leven van Sint-Maarten’ schreef zijn biograaf Sulpicius Severus: “Met het wapen dat hij aan zijn riem droeg, sneed hij de mantel in twee, gaf een helft aan de arme en kleedde zich met de rest” (vrij vertaald). Nadat Maarten het leger verliet – hij was dan 40 jaar – wijdde hij zich volledig aan het Geloof. Hij leefde als kluizenaar nabij Poitiers, kreeg het gezelschap van enkele ‘broeders’, stichtte het eerste monasterium van Gallië en werd bisschop van Tours. Hij evangeliseerde de Gallische provincies en was een incarnatie van de christelijke naastenliefde. Dat maakte hem een van de meest populaire heiligen van onze streken en heel wat parochies werden naar hem genoemd.