In het hart van het oude Andenne ligt de Place du Chapitre, op de plaats waar rond 692 een Merovingische abdij werd gesticht door Sainte-Begge. Rond het plein ontdekt u tal van bijzondere en geklasseerde gebouwen: de collegiale Sainte-Beggekerk, de Saint-Étiennepoort, de oude huizen van de kloosterlingen van de Ban van Andenne, de Sainte-Beggefontein, de Fazantenfontein van Arthur Craco...
De Place du Chapitre is omringd door tal van geklasseerde woningen. Het zijn grotendeels voormalige huizen van de kloosterlingen van de Ban van Andenne. Allemaal hebben ze specifieke kenmerken.
Op de nummers 4 en 5, op de hoek van de Rue des Sept-Églises, ontdekt u een groot huis met 2 verdiepingen in bepleisterde kalksteen, waarvan het volume, de nauwe openingen en het schildzadeldak wijzen op de traditionele woningen uit de 17e en 18e eeuw.
Op nummer 10 ziet u een belangrijk huis in gekalkte blauwe steen uit het begin van de 18e eeuw. Deze woning heeft twee niveaus omkaderd met muurankers en heeft vijf traveeën met vensters. De opmerkelijke deur dateert van het einde van de 19e eeuw. Het dak is een heterogene mengeling van elementen uit verschillende tijdvakken: leien op van lijstwerk voorziene kroonlijsten, neoclassicistische dakvensters, moderne kroonlijsten in hout.
De woningen op de nummers 11 en 12 dateren van de 17e eeuw. Het huis met nummer 11 staat haaks op het plein en werd in de 19e eeuw verbouwd, terwijl nummer 12 verbouwd werd in de 18e en 19e eeuw.
Op nummer 14 huist het Institut Sainte-Begge met middelbaar, technisch en beroepsonderwijs, alsook een CEFA-antenne (alternerend onderwijs). Dit groot gebouw, voorheen de middelbare school van de ‘Filles de Marie’, werd gebouwd in bepleisterde baksteen en blauwe steen en beslaat twee belendende huizen uit de 18e eeuw. Links merkt u een traditionele woning verlicht door vijf traveeën vensters. Rechts een klassiek huis met twee woongedeeltes en twee niveaus, verdeeld door vijf traveeën vensters. Het indrukwekkende huis op nummer 17 heeft vooraan een tuintje, twee woongedeeltes en drie niveaus. Het onderscheidt zich door zijn neoclassicistische gevel uit het midden van de 19e eeuw. Dit gebouw werd op het einde van de 19e eeuw opgehoogd met een verdieping.
Nummer 19 heeft een apart statuut want het is een voormalige pastorie. Het is een indrukwekkende woning in L-vorm met twee niveaus in bepleisterde baksteen en blauwe steen. Deze classicistische woning vermeldt het jaartal 1736 op een trap in het interieur. De lange gevel met twee woongedeeltes wordt verlicht door zeven traveeën vensters. De opmerkelijke deur heeft een rechte bovendrempel en een uitgezaagde dwarsbalk. Op de bovenverdieping is de vensterdeur van het balkon versierd met een Régence-hek in smeedijzer. Zelfs de kroonlijst is kwartrond bewerkt en de achterste dakvensters hebben driehoekige frontons. Volgens sommigen is deze woning de mooiste van alle bijzondere huizen op de Place du Chapitre. Ook de nummers 24, 25 en 26 zijn geklasseerd, zelfs al zijn ze waarschijnlijk iets minder spectaculair dan de vorige.
Op nummer 24 bevindt zich een lang gebouw dat vroeger tegelijk handelszaak en woonst was. Het is gebouwd met beschilderde kalksteen in neoclassicistische stijl, in het begin van de 19e eeuw.
Op nummer 25 ziet u een neoclassicistische woning in bepleisterde baksteen en blauwe steen uit het begin van de 19e eeuw. Ze heeft een gevel met tweeëneenhalf niveaus en wordt verlicht door drie traveeën grote vensters met een rechte bovendrempel.
Nummer 26 tenslotte, herbergt een klein pittoresk huis uit de 18e eeuw in gekalkte blauwe steen. U zult zien dat de openingen op asymmetrische wijze zijn aangebracht. Zij zijn waarschijnlijk mettertijd gewijzigd. Tegen de gevel hangt een gekruisigde Christus onder een afdakje. Het is de zogenaamde ‘Bon Dieu du Staple’, een verbazingwekkend beeld. De overlevering wil dat dit beeld afkomstig is uit de oude Saint-Michelkerk (een van de zeven kerken van de Merovingische abdij). In werkelijkheid zou het dateren van de 17e of 18e eeuw. Over het beeld bereikte ons een anekdote: na de Franse Revolutie, om het beeld te onttrekken aan de iconoclasten, zou een ambachtsman uit de wijk deze Christus verborgen hebben in een vat. De man zou, nogal respectloos, de beide armen afgehakt hebben om het beeld in het vat te krijgen…