De Zenne ontspringt in Naast, een deelgemeente van Soignies, op een hoogte van 140 meter. Vervolgens legt ze honderdendrie kilometer af voordat ze in het Zennegat bij Mechelen uitmondt in de Dijle. Zo doorkruist ze de drie gewesten, waarvan bijna veertien kilometer in het Brussels Gewest.
Ze komt het grondgebied van Anderlecht ondergronds binnen bij het verlaten van Drogenbos, ongeveer onder de afrit van de Ring naar de Verwelkomingsstraat, en vervolgt dan haar weg in de open lucht, nog onderbroken door enkele ondergrondse passages die werden uitgevoerd na 1955, in de richting van Vorst. Vervolgens verdwijnt ze in haar hoofdtunnel ter hoogte van het Zuidstation en duikt ze opnieuw op in het noorden van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, ter hoogte van de Rupelstraat. De Zenne is dus het meest zichtbaar op het Anderlechtse grondgebid.
De overwelving werd gerechtvaardigd door het onvoorspelbare debiet dat talrijke overstromingen veroorzaakte in alle gemeenten die de rivier doorkruiste.
De Zenne is al lang geen waterweg meer. In die rol werd ze vervangen door het kanaal van Willebroek dat overigens een groot deel van het Zennewater oppompt.
Al sinds de Middeleeuwen probeert Anderlecht zich te beschermen tegen deze seizoensgebonden incidenten. Er werden verschillende sluizen gebouwd en schoepenraddammen werden uitgerust met debietregelingssystemen. Het echte succes bleef echter uit en in 1906 keurde de gemeente een eerste grootschalig project goed dat echter nooit zou worden uitgevoerd.
In 1930 richtten de provincie Brabant, de stad Brussel en Anderlecht samen met de andere betrokken gemeenten de “Société intercommunale pour le Détournement et le Voûtement de la Senne dans l‘Agglomération bruxelloise” (Intercommunale voor de omleiding en de overwelving van de Zenne in de Brusselse agglomeratie) op die zich tot doel stelde de tweede overwelving van de Zenne uit te voeren en de Zenne te saneren. De gigantische werken gingen in 1931 van start en werden pas in 1955 voltooid.
De Zennetunnel volgt nu de Veeartsenstraat, de Frankrijkstraat en het Baraplein, loopt over de Luchtvaartsquare, gaat onder de Poincarélaan door en verlaat de gemeente aan de Anderlechtsepoort in de richting van de Ninoofsepoort.
Nadat ze lange tijd werd gebruikt als centrale riolering van de stad, werd de Zenne geleidelijk aan gesaneerd door het afvalwater te scheiden van het rivierwater. Begin 21ste eeuw werden er twee valwaterzuiveringsinstallaties gebouwd die de organische vervuiling aanzienlijk verminderen en de sedimenten opvangen die de rivierbedding kunnen verstoppen: zand, groot afval, biologische resten, oliën, vetten…
De rivier vervult een essentiële rol in de Brusselse brouwtraditie. Het zijn haar sedimenten die het licht op groen zetten voor het ontstaan van wilde gisten, de Brettanomyces bruxellensis en de Brettanomyces lambicus, die aan de basis liggen van de spontane moutgisting waaruit de lambiek ontstond en via hem ook de kriek en de faro. Deze bieren worden nog steeds op traditionele wijze gebrouwen door Brouwerij Cantillon in Kuregem (www.cantillon.be).